De verkiezingen voor de West-Vlaamse provincieraad hebben geen grote schokken teweeggebracht, maar toch zorgt een subtiele herschikking voor nieuwe politieke dynamiek. CD&V en Vooruit, die elk een extra zetel hebben behaald, kiezen voor verandering in hun coalitiepartner. Dit keer slaan ze de handen in elkaar met N-VA, terwijl huidig coalitiepartner Open VLD, die van 5 naar slechts 2 zetels terugviel, buitenspel komt te staan.
Waarom geen voortzetting van de huidige meerderheid?
Met 19 van de 36 zetels hadden CD&V en Vooruit ook gewoon kunnen doorgaan met hun oude coalitiepartner Open VLD. Maar waarom toch gekozen voor verandering? “Eén zetel op overschot is te krap. Een ziekte of een afwezigheid kan dan meteen voor problemen zorgen,” legt Bart Nayaert (CD&V) uit. Het risico was te groot en een stabieler bestuur met N-VA biedt meer zekerheid.
Wie blijft, wie verdwijnt?
Het nieuwe bestuur betekent ook personele veranderingen. Jean de Bethune (CD&V) en Jurgen Vanlerberghe (Vooruit) blijven hun functie behouden. Maar Sabien Lahaye-Battheu (Open VLD), gedeputeerde voor Toerisme, moet plaatsmaken. Voor haar komt een vrouwelijke opvolger van N-VA, waarbij Daphné Dumery en Kelly Detavernier mogelijke kandidaten zijn. Dit zal deels afhangen van de lokale coalitievormingen in hun eigen gemeenten.
De politieke krachtenverhoudingen na de verkiezingen
CD&V blijft de grootste partij in de provincieraad met 11 zetels, gevolgd door een sterk Vlaams Belang dat naar 8 zetels is gestegen. N-VA blijft op 7 zetels, maar kan meebesturen, terwijl Vooruit nu 6 zetels heeft. Open VLD en Groen verloren allebei de helft van hun zetels en zijn nu teruggevallen op slechts 2 vertegenwoordigers.
Een nieuwe koers voor West-Vlaanderen
Met deze nieuwe coalitie verwachten de partijen sterker te staan in de provincieraad. Het bestuursakkoord wordt in december verwacht, maar de eerste signalen wijzen op een coalitie die klaarstaat om West-Vlaanderen naar een nieuwe toekomst te leiden.
