Op een zwoele nacht in Knokke-Heist gebeurde het razendsnel. Een jongeman liep de nachtclub uit, luchtig gekleed en ontspannen. Hij wist niet dat iemand hem scherp in de gaten hield. Niet omdat hij ruzie had gemaakt. Niet omdat hij verdacht overkwam. Gewoon omdat hij een horloge droeg. Geen gewone. Een Patek Philippe van 140.000 euro.
De stille spotter
De dader stond tussen het volk. Niet opvallend. Niet luid. Hij keek rond, scande gezichten, maar lette vooral op polsen. Toen hij zijn ‘doelwit’ had gevonden, wees hij hem aan. Hij zelf deed niets meer. Hij keek toe.
Even later was het slachtoffer zijn horloge kwijt. Drie mannen gingen er vandoor in een zwarte Citroën met Franse nummerplaat. Wat overbleef? Een schrikbeeld dat nog steeds rondwaart in het hoofd van het slachtoffer.
Nog iemand werd geraakt
Diezelfde nacht liep ook een andere jongeman door de uitgaansbuurt. Iemand met een lichte mentale beperking. Iemand die niets kwaads vermoedde. Tot een onbekende hem omhelsde. Een warme, vriendelijke omhelzing leek het.
Maar zijn Rolex – ter waarde van 12.000 euro – verdween tijdens dat moment. Pas later merkte hij het op. Te laat.
Het spoor leidde naar het buitenland
De daders vluchtten weg, maar hun gezichten werden vastgelegd. Via camerabeelden en opsporingssystemen doken ze op in Luxemburg. Daar pleegden ze gelijkaardige feiten. Daar kregen ze achttien maanden cel. In België volgde meer.
Op 27 juni vorig jaar kregen drie van hen vier jaar cel. Voor de diefstal van de Rolex werden ze vrijgesproken. Eén van hen, Yacine F., tekende verzet aan. Hij zei dat hij eigenlijk Ahmed H. heet. En dat hij uit Algerije komt, niet uit Tunesië. Hij woont in Frankrijk met zijn vrouw en kinderen. Zes aliassen staan in de politiebestanden op zijn naam.
Hij vroeg om vergiffenis
Tijdens het proces toonde hij spijt. Hij huilde, zei dat zijn vrouw ziek is en dat hij voor zijn gezin moet zorgen. Zijn advocaat vroeg zelfs om een werkstraf in plaats van celstraf. Hij beweerde dat de man geen leider was, maar gewoon ‘verkeerde mensen’ had leren kennen in een Franse bakkerij.
Maar het openbaar ministerie trapte daar niet in. De man was de spotter. Hij wees wie er een duur horloge droeg. Hij wist dat er daarna geweld zou volgen. Hij wist dat er slachtoffers zouden vallen.
Was dit banditisme?
Volgens de procureur-generaal ging het om doelgericht banditisme. Slim opgezet. Koud uitgevoerd. Vier jaar cel was volgens hem niet zwaar, maar net terecht. Een werkstraf? Dat zou geen enkel slachtoffer begrijpen.
Na het proces mocht de man terug naar Frankrijk. Omdat hij onder voorwaarden aanwezig was, werd hij niet meteen opgepakt. Of hij dat geluk na 18 juni nog heeft, beslist het hof dan.
Wat betekent spijt als iemand precies wist wat hij deed? Moet iemand die aanwijst even zwaar gestraft worden als de uitvoerders?