Op een warme zomernacht in juli vorig jaar veranderde een avond uit in Blankenberge in een traumatische ervaring voor een man die langs danscafé Circosia liep. Passanten vonden hem bewusteloos en hevig bloedend op de stoep, en de sporen van geweld waren overduidelijk. Volgens een ooggetuige lag hij met zijn gezicht tegen de harde stoeprand, en de verwondingen waren ernstig genoeg om hem bijna een maand werkonbekwaam te maken.
Verwondingen met blijvende impact
De impact van de aanval is groot, zowel fysiek als emotioneel. Het slachtoffer, nog herstellende van de verwondingen, probeert een manier te vinden om het leven weer op te pakken na 23 dagen gedwongen rust. Het incident roept niet alleen pijnlijke herinneringen op, maar heeft ook het vertrouwen in de veiligheid tijdens een avond uit in Blankenberge aangetast. Terwijl de wonden aan de buitenkant langzaam genezen, blijft de nasleep een dagelijkse strijd.
De zaak in de Brugse rechtbank: ontkenning van betrokkenheid
Twee jonge mannen, beiden 19 jaar, stonden terecht voor de Brugse rechtbank. Ze ontkennen echter met klem iets met de mishandeling te maken te hebben. De politie kwam hen op het spoor dankzij verklaringen van getuigen die op die bewuste nacht aanwezig waren. Volgens de verklaringen zou één van de jongeren zich schuldig hebben gemaakt aan het schoppen en slaan van het slachtoffer, terwijl de ander toekeek en zelfs lachte. Een derde persoon, die naar verluidt de vechtpartij filmde, werd niet vervolgd omdat hij sindsdien is overleden bij een verkeersongeval.
Justitie eist celstraffen voor beide verdachten
Het openbaar ministerie vindt de beschuldigingen voldoende ernstig en vraagt een celstraf van achttien maanden voor de verdachte uit Blankenberge en veertien maanden voor de jongeman uit De Haan. De aanklager stelt dat de daders roekeloos handelden, zonder zich bewust te zijn van de impact die dit op het slachtoffer zou hebben.
Verdediging houdt vast aan vrijspraak
De verdediging van de twee mannen blijft echter vasthouden aan hun onschuld. De advocaat van één van hen beweert dat zijn cliënt op het tijdstip van de feiten aan het werk was in een andere stad en dus onmogelijk aanwezig kon zijn bij het incident. De advocaat van de andere verdachte argumenteert dat niemand het exacte begin van de vechtpartij zag en suggereert dat het slachtoffer mogelijk zelf gevallen is. Volgens hen is er onvoldoende bewijs om tot een veroordeling te komen.
Vonnis verwacht in december
Het is nu aan de rechtbank om een uitspraak te doen, iets dat op 10 december zal gebeuren. Tot die tijd blijft het slachtoffer hopen op gerechtigheid en blijft de lokale gemeenschap met veel vragen achter. Het incident heeft niet alleen het leven van het slachtoffer getekend, maar ook een diepere discussie geopend over veiligheid en verantwoordelijkheid tijdens uitgaansavonden aan de kust.