In de rechtbank van Brugge zijn deze week twee diefstaldossiers behandeld die de aandacht trekken vanwege het misbruik van vertrouwen door de verdachten. Beide zaken draaien om het misbruik van een vertrouwenspositie, waarbij de verdachten hun slachtoffers aanzienlijk financieel schade hebben berokkend.
Poetsvrouw stal op werkplekken
Een 33-jarige vrouw uit Brugge is veroordeeld tot drie maanden voorwaardelijke celstraf wegens diefstal op twee werkplekken waar zij als poetsvrouw werkte. De verdachte, L.V., werd bij verstek veroordeeld nadat bleek dat zij meerdere spullen had gestolen bij de gezinnen waar ze regelmatig werkte. De procureur had oorspronkelijk tien maanden gevangenisstraf geëist.
De zaak kwam aan het licht toen een van haar werkgevers, die merkte dat er regelmatig spullen verdwenen, een klacht indiende bij de politie. Onder de gestolen items bevonden zich onder andere een paar sneakers, scheermesjes, diverse huishoudproducten bijna 200 euro in contanten. Het slachtoffer verklaarde in de rechtbank dat het vertrouwen dat zij in L.V. had gesteld, ernstig werd geschaad.
Taxichauffeur plundert bankrekening bejaarde klant
Een tweede opvallende zaak betreft een 30-jarige taxichauffeur, Cédric M., die het vertrouwen van een 81-jarige vrouw uit Knokke-Heist misbruikte door haar bankrekening leeg te halen. De vrouw had haar vaste taxichauffeur gevraagd boodschappen voor haar te doen en hem hiervoor haar bankkaart en pincode meegegeven. In plaats daarvan stal hij tussen december 2019 en april 2020 meer dan 21 000 euro door zowel aankopen te doen als geld af te halen.
De diefstal werd ontdekt toen Cédric M. probeerde de bankapp van BNP Paribas Fortis te koppelen aan de bankkaart van de vrouw. Ook haar bewindvoerder had al verdachte transacties opgemerkt. Het openbaar ministerie eiste 18 maanden effectieve celstraf, maar de rechtbank legde uiteindelijk een straf van 37 maanden op en beval zijn onmiddellijke aanhouding. Aan het slachtoffer werd bovendien een schadevergoeding toegekend.
Cédric M. had eerder al een veroordeling opgelopen voor oplichting en stond op het moment van de feiten zelfs nog onder voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat zijn handelen een ernstig misbruik van vertrouwen betrof, wat leidde tot de hogere strafmaat.