Onzeker stuurgedrag, dode hoeken en zebrapaden blijven struikelblokken
Een frisse ochtend vol zenuwen
Net voor de zomervakantie, terwijl veel kinderen al aftellen naar luilekkere dagen, trapten 293 leerlingen uit het zesde leerjaar zich een weg door een van de spannendste proeven van hun lagere schooltijd: het Grote Fietsexamen. Geen oefenterrein, geen afgebakend parcours — maar het échte verkeer, met échte auto’s, bochten, zebrapaden en onverwachte situaties.
Voor 230 van hen kwam na afloop het verlossende nieuws: geslaagd. Een stevige 78,5% toonde dat ze klaar zijn om na de vakantie zelfstandig naar de middelbare school te fietsen.
Kleine misstappen, grote gevolgen
Toch was er bij de evaluatie geen reden tot triomfgezang. De meest voorkomende fouten waren pijnlijk herkenbaar voor wie zelf kinderen heeft die net leren fietsen in de stad. Een niet-uitgevoerde schouderblik voor het afslaan, een geparkeerde wagen te krap gepasseerd of geen voorrang verleend aan een voetganger op het zebrapad — het zijn fouten die in het verkeer grote risico’s met zich meebrengen.
Volgens de organisatie zijn deze pijnpunten al jaren terugkerend. Het toont aan hoe moeilijk het blijft om jonge fietsers te laten meebewegen in een verkeer dat hen zelden tegemoetkomt.
Zelfevaluatie op kindermaat
Na het parcours kregen de leerlingen de kans om hun ervaring anoniem te delen via een korte zelfevaluatie. Geen cijfers of punten deze keer, maar vragen als: “Voelde jij je veilig?” of “Wat vond je moeilijk?” Het leverde waardevolle inzichten op die scholen en ouders helpen om gerichter te begeleiden.
Intussen ontvingen alle deelnemende scholen ook de officiële fietsbrevetten van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV). Leerlingen die niet of nipt slaagden, kregen daarbovenop individuele feedback. Een uitnodiging om deze zomer toch nog eens dat ene lastige kruispunt samen met mama of papa aan te pakken.
Wat zegt dit over ons verkeer?
Het Grote Fietsexamen is meer dan een toets. Het legt ook bloot hoe ons verkeer in elkaar zit, en welke uitdagingen jonge weggebruikers dagelijks moeten trotseren. Als kinderen struikelen over dezelfde fouten als volwassenen — onvoldoende kijken, onduidelijke voorrangssituaties — dan is het misschien niet hun fout alleen.
Verkeersveiligheid voor jonge fietsers gaat niet alleen over wat zij leren, maar ook over hoe wij onze straten inrichten. Worden auto’s voldoende op afstand gehouden van schoolroutes? Zijn fietspaden breed en zichtbaar genoeg? Krijgt een kind dat aarzelend een geparkeerde wagen voorbijrijdt de ruimte, of wordt het weggeduwd door de haast van anderen?
Klaar voor het echte werk?
Voor de 230 geslaagden was het fietsexamen geen eindpunt, maar een begin. Volgend schooljaar fietsen ze hopelijk met meer zelfvertrouwen naar hun nieuwe school. Voor de anderen biedt de zomer nog kansen om te oefenen, te leren en misschien vooral: om fouten te mogen maken, zonder meteen afgestraft te worden.
En jij? Herinner jij je nog hoe spannend het was om voor het eerst alleen naar school te fietsen? Zou je vandaag zelf slagen voor het examen?